.

 

EEN MYSTICUS OVER SWEDENBORG

.

Swedenborg Essay door Wilson van Dusen

.

Ik gebruik het woord mystiek in zijn meest eenvoudige en fundamentele betekenis. Een mysticus is iemand die God ervaart. Er zijn nog andere verwante betekenissen en hele complexe analyses in religieuze encyclopedieën, maar ze komen allemaal hierop neer: het ervaren van God. Men zou kunnen vragen, "Ervaren niet alle mensen God ?" En ik zou antwoorden: ja, maar velen zijn zich er niet van bewust. De mysticus is iemand die zich er wèl bewust van is. Misschien moet ik het werkwoord ervaren onderstrepen. Het is heel wat meer dan eenvoudigweg over God na te denken of je tot God te richten. God manifesteert zich natuurlijk. En door de tegenwoordige tijd te gebruiken wil ik tevens impliceren dat het ervaren een doorlopend proces is. Wanneer men God eenmaal heeft ervaren, dan krijgt men de smaak te pakken. De mysticus leert hoe hij zijn of haar weg terug moet vinden naar deze omgang. .....

Swedenborgs Mystiek

Ik kan slechts die dingen van het Woord openen die mystiek worden genoemd, dat wil zeggen haar inwendige dingen..... (Hemelse Verborgenheden 4923) Het was voor mij een grote verrassing te horen dat er een traditie bestaat onder de studenten van Swedenborgs religieuze geschriften dat Swedenborg geen mysticus is. Voor een mysticus is het overduidelijk dat zijn werken juist een grote bijdrage zijn aan deze literatuur, en mystici hebben dan ook vaak aan hem gerefereerd als een van hen. Swedenborgs spirituele werken definiëren de mystiek op zo'n manier dat Swedenborg onontkoombaar een mysticus is. Hoe kan het dan dat sommige van zijn volgelingen met ernstige overtuiging beweren dat hij geen mysticus is. We zullen zien wat mystiek werkelijk is en hoe deze fout is ontstaan. We zullen tevens zien hoe zijn religieuze werken de mystiek definiëren en hoe deze de vergelijking doorstaat met de huidige algemeen aanvaarde betekenis. Dit is niet slechts een spitsvondigheidje over een woord. Op zijn zachtst gezegd impliceert het een verkeerde opvatting van de mystiek. In het ergste geval gaat het om een misverstand over de werkelijke aard van Swedenborgs geschriften zelf. De definitie van de mystiek kent twee conflicterende stromingen. De ene, die we de wetenschappelijke definitie zullen noemen, denkt na over de werkelijke ervaringen van de mystici. De andere, die we de definitie van de leek noemen, staat buiten de ervaring en zegt eigenlijk dat ze geen enkele betekenis heeft. De verwarring van deze tegengestelde definities is al heel oud en gaat terug tot voor Swedenborgs tijd. Veel woordenboeken zullen beide gezichtspunten weergeven. Het hart van de wetenschappelijke definitie is de ervaring van de vereniging met het Goddelijke. De kern van de leken-definitie betreft alles wat occult is, mysterieus, onduidelijk, of te maken heeft met geesten. De volgelingen van de leken-definitie zeggen graag dat Swedenborg niet in het occulte was geïnteresseerd, hetgeen waar is, en dus geen mysticus was. De rationaliteit en helderheid van zijn spirituele geschriften lijken te pleiten tegen het mystieke gehalte ervan. Laten we eens naar de definities in de woordenboeken kijken. Hoe dichter het woordenboek bij de populariteit staat, hoe eerder het zowel de leken-opvatting als de wetenschappelijke zal weergeven. Wetenschappelijk religieuze woordenboeken hebben de neiging om het populaire misverstand helemaal te laten vallen en houden zich slechts bezig met de werkelijk innerlijke betekenis van de ervaring. Het volgende weerspiegelt de meer populaire misvattingen: Mystiek. 1. occult. 2. Van of behorend tot mystici of mystiek: mystieke geschriften. 3. Spiritueel symbolisch. 4. Zeldzaam: duister van betekenis; mysterieus. Swedenborgs eigen definitie was nummer 3 van het bovenstaande - "spiritueel symbolisch." Dit zelfde woordenboek, dat de populaire opvatting weergeeft, zegt van het woord mystiek: "slechts aan de ingewijde bekend; van occulte kracht of betekenis; van een duistere of mysterieuze aard..." Het is van dit aspect dat de volgelingen van Swedenborgs religieuze geschriften zich wilden losmaken, want zijn werken zijn uitermate rationeel en helder.

Een ander woordenboek ziet deze populaire misvatting bijna over het hoofd: Mystiek. 1: een spirituele betekenis of werkelijkheid hebbend, of soortgelijk, niet blijkend aan de zintuigen noch duidelijk aan de geest; symbolisch; als, de kerk is het mystieke lichaam van Christus. 2: van, resulterend uit, of het zich manifesteren van een individu's rechtstreekse verbinding met God, door contemplatie, een visioen, innerlijk licht, of iets soortgelijks; als, mystieke vervoering. 3: nu zeldzaam, onbegrijpelijk; cryptisch. Merk op dat de definities "duister van betekenis, mysterieus" en "cryptisch" nu als zeldzaam worden gezien. Het is door een verbinding met het Goddelijke dat er een direct spiritueel begrip wordt gegeven, dat vaak symbolisch is en moeilijk te vertalen voor anderen in gewone woorden. Het probleem om de innerlijke ervaring op anderen over te brengen is er de oorzaak van dat het voor buitenstaanders duister lijkt. Vervolgens, om de verwarring nog groter te maken, zijn er pseudo-mystici geweest die het woord gebruiken voor hun eigen zelfverheerlijking, alsof ze willen zeggen, "Dit is mystiek en te moeilijk voor Uw begrip, maar ik kan het natuurlijk begrijpen!" De zeer gezaghebbende Hastings Encyclopedia of Religion and Ethics gaat naar de kern van de zaak: Mystiek. "Mystiek," in het gewone taalgebruik, is een woord met een zeer onzekere connotatie. Het is in recente tijden als een equivalent gebruikt voor twee kenmerkend verschillende Duitse woorden: Mystizismus, dat de cultus van het bovennatuurlijke betekent, theosofisch activiteiten, en een spiritualistische exploitatie van natuurkundig onderzoek; en Mystiek, dat het rechtstreeks ervaren van goddelijk-menselijk verkeer en relaties betekent. Het woord "mystiek" is, bovendien, gewoonlijk gebruikt om zowel te spreken over (1) de eerstehands ervaring van rechtstreeks verkeer met God en (2) de theologisch-metafysische leer over de mogelijke vereniging van de ziel met de Absolute Werkelijkheid, d.w.z. met God. Het zou bevorderlijk zijn voor de duidelijkheid om het woord "mystiek" tot de laatste betekenis te beperken, namelijk, als een equivalent voor het Duitse woord Mystiek en als aanduiding van de historische leer van de relatie en potentiële vereniging van de menselijke ziel met de Ultieme Werkelijkheid, en het woord "mystieke ervaring" te gebruiken voor de rechtstreekse omgang met God. Eerstehands, of mystieke, ervaring is primair een psychologische kwestie; de leer van de mystiek is essentieel een metafysisch probleem. Mystieke ervaring is zo oud als de mensheid, niet beperkt tot enig ras of stam, ongetwijfeld een van de oorspronkelijke redenen van een persoonlijke godsdienst, en staat of valt niet met de waarheid of onwaarheid van de metafysisch geformuleerde leer der mystiek. De mystieke ervaring wordt gekenmerkt door het verschijnen van een soort bewustzijn. De meer dan twintig pagina's kleine lettertjes refereren niet verder aan de lekendefinitie. Ondanks de wens van de auteur, Rufus Jones, een beroemde geleerde op het gebied van de mystiek, wordt de term mystiek het meest gebruikt voor de ervaring. De literatuur over de eigenschappen van de ervaring is zeer veelomvattend; die over de leerstellige aspecten relatief schaars. Feitelijk zijn Swedenborgs spirituele geschriften een ongebruikelijke combinatie van de empirische en leerstellige aspecten van de mystiek. Kortom, de meest geaccepteerde definitie van de mystiek refereert aan alle aspecten van de ervaring der conjunctie of vereniging met het Goddelijke en, in de tweede plaats, aan de leerstellingen erover. Dit is ook de betekenis waarin ik het woord gebruik. Het is relatief eenvoudig aan te tonen dat allen die hebben gezegd dat Swedenborg geen mysticus was de nu zeldzame en niet echt geaccepteerde lekendefinitie hebben gebruikt. Niemand van hen trachtte te zeggen dat zijn geschriften niet over de ervaring van het Goddelijke gingen - de kern van de geaccepteerde betekenis van de mystiek. Mijn bronnen zijn niet compleet, maar een paar verwijzingen kunnen dit punt illustreren.

Herbert C. Small schreef in 1929 een van de meer indrukwekkende anti-mystieke artikelen. Een paar citaten zullen aantonen dat hij de lekendefinitie gebruikt: "Mystiek is de voornaamste oorzaak van alle religieus bijgeloof en fantasie. Deze ervaringen doorlopen de hele reeks van magie, spiritisme, occultisme, Heilige Geesterij, theosophie... en wat al niet meer ... [Swedenborg] zocht geen occulte bron en gebruikte er ook geen. Small's volledige argument kan niet zo gemakkelijk worden weerlegd. In essentie zegt hij dat mystici door hun eigen intuïtie worden geleid, die dan een autoriteit wordt die hoger is dan het Woord. Dit is gewoon niet waar. Er zijn talloze mystici die het Woord vereren omdat ze iets van de innerlijke betekenis ervan hebben ervaren. Maar zijn ervaring is natuurlijk die van de buitenstaander. Inderdaad, hij is van mening dat degene die de ervaring heeft niet competent is om erover te oordelen; alleen de buitenstaander kan de geschikte beoordelaar zijn: "In de meeste gevallen is het praktisch nutteloos om te vertrouwen op definities van de mystiek zoals die door haar aanhangers worden gegeven, want zij hebben geen echte kennis van haar ware aard. Door buiten de ervaring te staan, verbindt hij deze met alle excessen van het zelf die leiden tot en vervallen in occult en mysterieus bedrog. Wanneer men de nu geaccepteerde betekenis van het woord substitueert voor het gebruik ervan - de ervaring van het Goddelijke - dan zullen al zijn argumenten falen; want hij kan niet zeggen dat degene die geen ervaring van het Goddelijke heeft beter in staat is om de waarde van de ervaring te beoordelen dan degene die God heeft gekend. Er zou geen verband met het "spiritisme" worden gelegd, want de Godservaring is niet het ervaren van geesten. Hij legde de nadruk op Swedenborg als wetenschapper en man die de feiten analyseert; doch hij moest toegeven dat Swedenborg door de Heer werd geleid, hetgeen precies is wat de thans geaccepteerde definitie van mystiek betekent.

Wilson van Dusen.

.

Het essay: Een Mysticus over Swedenborg, door Wilson van Dusen, psycholoog in Amerika, werd in het Nederlands vertaald door Hans Bosman.

Digitale uitgave - Swedenborg Boekhuis 2002.