Vera Christiana Religio Titelpagina en Colofon  Ware Christelijke Religie Uitgebreide Inhoudsopgave ______________________________________________________________________ Korte Inhoudsopgave. § Voorwoord. 1. Het geloof van de Nieuwe Hemel en van de Nieuwe Kerk.   Hoofdstuk 1 – God de Schepper.    4. God de Schepper en de eenheid van God. 18. Het Goddelijk Zijn, dat Jehovah is. 27. De oneindigheid of de onmetelijkheid en de eeuwigheid van God. 36. Het Wezen van God, dat Goddelijke Liefde en Goddelijke Wijsheid is. 49. De almacht, de alwetendheid en de alomtegenwoordigheid van God. 75. De schepping van het heelal.   Hoofdstuk 2 – De Heer de Verlosser.   81. De Heer de Verlosser. 109. Toevoeging en drie gedenkwaardigheden. 114. De verlossing. 134. Vier gedenkwaardigheden.   Hoofdstuk 3 – De Heilige Geest. 138. De Heilige Geest en de Goddelijke werking. 158. Toevoeging en vier gedenkwaardigheden. 163. De Goddelijke Drievuldigheid. 185. Vier gedenkwaardigheden.   Hoofdstuk 4 - De Heilige Schrift of het Woord van de Heer. 189. De Heilige Schrift of het Woord is het Goddelijk Ware zelf. 208. De geestelijke zin van het Woord zal voortaan aan niemand worden gegeven, tenzij hij in echte waarheden uit de Heer is. 225. De leer van de Kerk moet vanuit de Zin van de letter van het Woord worden geput en hierdoor bevestigd worden. 277. Vijf gedenkwaardigheden. Hoofdstuk 5 - De Decaloog of de Tien Geboden. 282. De Tien Geboden uitgelegd naar hun uitwendige en innerlijke zin. 305 / 308 Vierde Gebod: Eert uw Vader en uw Moeder, opdat uw dagen verlengd worden, en opdat het u wel gaat in het land dat de Here uw God u geven zal. 321 / 324 Achtste Gebod: Gij zult geen valse getuigenis afleggen tegen uw naaste. 332 / 335 Vier gedenkwaardigheden. Hoofdstuk 6 - Het Geloof. 336. Het Geloof 345. Over het louter natuurlijk geloof; dat dit een overreding is die zich als geloof voordoet. 355. Het geloof zonder de naastenliefde is niet geloof. 372. De wederkerige verbinding van de Heer en de mens geschiedt door de naastenliefde en het geloof. 385. Zeven gedenkwaardigheden Hoofdstuk 7 - De Naastenliefde. 392. De naastenliefde of de liefde jegens de naaste en de goede werken. 402. De louter natuurlijke en zinnelijke mens. 429. De plichten van de naastenliefde bestaan deels uit: publieke, huiselijke en private plichten. 459. Vier gedenkwaardigheden. Hoofdstuk 8 - De Vrije Keuze. 463. De voorschriften en dogma's van de huidige kerk over de vrije keuze. 475. De mens wordt, zolang hij in de wereld leeft, in het midden tussen hemel en hel gehouden en daar is hij in geestelijk evenwicht, hetgeen de vrije keuze is. 485. Zonder de vrije keuze in geestelijke dingen zou er niets van de mens zijn, waardoor hij zich van zijn kant met de Heer zou kunnen verbinden, en vandaar geen toerekening, maar alleen voorbeschikking, hetgeen verfoeilijk is. 503. Zes gedenkwaardigheden. Hoofdstuk 9 - Het Berouw. 509. Het berouw. 523. Wat de vervulling van de wet is. 535. Ook diegenen doen boete, die zichzelf niet onderzoeken, maar zich toch van boosheden onthouden, omdat het zonden zijn; en deze boete wordt door diegenen gedaan, die de werken van de naastenliefde uit godsdienst doen. 567. Vier gedenkwaardigheden. Hoofdstuk 10 - De Hervorming en de Wederverwekking 571. De hervorming en de wederverwekking. 587. De eerste handeling van de nieuwe verwekking wordt de hervorming genoemd en behoort tot het verstand; de tweede handeling wordt de wederverwekking genoemd en behoort tot de wil en daaruit tot het verstand. 601. De wederverwekte mens heeft een nieuwe wil en een nieuw verstand. 621. Vijf gedenkwaardigheden. Hoofdstuk 11 - De Toerekening. 626. Het geloof van de huidige kerk, waarvan beweerd wordt, dat het alleen dit geloof is wat rechtvaardigt, en de toerekening maken één. 636. Het geloof dat de verdienste van Christus toerekent, was niet bekend in de apostolische kerk, die voorafging, en wordt nergens in het Woord bedoeld. 647. Het geloof en de toerekening van de Nieuwe Kerk kunnen geenszins tezamen zijn met het geloof en de toerekening van de vorige kerk; en wanneer zij tezamen zijn ontstaat zo’n botsing en strijd, dat alles van de Kerk bij de mens te gronde gaat. 661. Vier gedenkwaardigheden. Hoofdstuk 12 - De Doop. 667. Zonder de kennis ten aanzien van de geestelijke zin van het Woord kan niemand weten, wat de twee sacramenten: de Doop en het Heilig Avondmaal behelzen en uitwerken. 677. Het eerste nut van de Doop is de inleiding in de christelijke Kerk en tegelijk daarmee de inlijving onder de christenen in de geestelijke wereld. 692-694. Drie gedenkwaardigheden. 697-697. Nog drie gedenkwaardigheden. Hoofdstuk 13 - Het Heilig Avondmaal. 698. Zonder kennis van de overeenstemmingen van de natuurlijke met de geestelijke dingen kan niemand de nutten en vruchten van het Heilig Avondmaal weten. 711. Vanuit deze dingen, indien zij verstaan zijn, kan begrepen worden dat het Heilig Avondmaal universeel en afzonderlijk alle dingen van de Kerk en alle dingen van de hemel bevat. 731. Gedenkwaardigheid: Over de eeuwige vreugde en de eeuwige gelukzaligheid - eerste deel. Vervolg over de eeuwige vreugde en de eeuwige gelukzaligheid. Hoofdstuk 14 - De Voleinding. 753. De voleinding der eeuw is de laatste tijd of het einde van de Kerk. 764. Na deze nacht volgt de morgen, en deze is de Komst van de Heer. 779. Deze tweede Komst van de Heer geschiedt door een mens, voor wie Hij Zichzelf in persoon heeft geopenbaard, en die Hij met Zijn geest vervuld heeft om de leren van de Nieuwe Kerk te leren door het Woord uit Hem. 791. Memorandum 800. De Hollanders in de geestelijke wereld. 835. De Afrikanen in de geestelijke wereld en ook iets over andere naties. 851. Index van Gedenkwaardigheden.   Volledige Inhoudsopgave