Onderstaande
tekst is overgenomen uit het
KATHOLIEK
NIEUWSBLAD - nummer 29 - 21 april 2006
BOEKEN
Toeval?
Verschijnt er eens een enthousiast boek over Swedenborg, of de eerste vertaling
komt uit van 'Träume eines Geistersehers' (1766) van Kant, die daarin, hoewel
gefascineerd, zijn voornaamgenoot bestrijdt. En dan is er ook nog eens een symposium
op 6 mei in Amersfoort. Emanuel Swedenborg (1688 - 1772) was een veelzijdige wetenschapper
en ingenieur. Maar zijn roem dankt hij aan zijn wonderlijke geschriften waarin
hij verslag doet van adembenemende visioenen van het bovennatuurlijke. Robert
Lemm, geestdriftig Swedenborgiaan, presenteert ons zijn held als het best bewaarde
geheim van onze cultuur. Met Blake, Borges, Emerson, Unamuno en Papini bevindt
Lemm zich in goed gezelschap. Zegt dus het gebrek aan belang stelling meer over
ons dan over de Zweedse mysticus, zoals Lemm suggereert?
Kant, de grote filosoof van de Verlichting en voor velen de grootste filosoof
überhaupt, heeft er waarschijnlijk aan bijgedragen dat Swedenborg niet serieus
wordt genomen. Borges schrijft de Pruis daarom oneerbiedig af als een materialist.
Helemaal terecht is dat niet, want, zoals de uitstekende inleiding van Chris Doude
van Troostwijk benadrukt, is Kant in wezen onder de indruk van Swedenborgs visioenen
en is zijn houding niet zonder meer ontkennend. Per slot van rekening had Swedenborg
spectaculaire bewijzen van geestenzienerei gegeven, in de trant van het televisiemedium
Char. Kant vertegenwoordigt de échte Verlichting, aldus Troostwijk, en niet "het
zelfvoldane wetenschapspositivisme dat daar tegenwoordig vaak voor door gaat".
Volgens Kant is spiritisme niet zozeer onwaar als wel irrelevant.
Afijn, wie zich wil bezighouden met dit zenuwpunt in onze traditie heeft met deze
twee boeken een uitstekende ingang. Er is veel voor te zeggen ze gezamenlijk aan
te schaffen en te lezen.